Spring naar de hoofdinhoud

Erkenningsregeling voor keuringsinstituten (versie 1.3)


afbeelding.png

Documentgeschiedenis

Nummer

Datum

Aard van de wijziging

Gewijzigd door

Goedgekeurd door

1.1

30-01-2018

railAlert adresgegevens aangepast (pagina 18)

Marcel Edwards


1.2

18-06-2020

Aanpassing hoofdstuk D, artikelen 1.4, 2, 2.7, 2.8, 2.22, 2.30 en 3.1. Idem hoofdstuk E, artikel 6 geldigheidsduur en enkele tekstuele correcties.

Piet Breedijk


1.3

07-03-2023

Aanpassing Artikel 2.2.6


Piet Breedijk

Werkkamer systeemcertificering

Inhoudsopgave

Algemeen

Inleiding

1.... Erkenningsprocedure

2.... Erkenning

2.1   Criteria waaraan een keuringsinstituut minimaal moet voldoen om erkend te worden

2.1.1     Onafhankelijkheid organisatie

2.1.2     Grootte/omvang

2.1.3     Vestigingen (aantal/plaats)

2.1.4     Expertise

2.1.5     Keuringsproces

2.1.6     Kwaliteitsborging

2.1.7     Inrichting onderzoekskamers

2.1.8     Veiligheidstaken

2.1.9     Keuringsreglement

2.2   Keuringsreglement

2.3   Werklocatieonderzoek

2.3.1     Duur en plaats werklocatieonderzoeken. 13

2.3.2     Duur en plaats herhalings-werklocatieonderzoeken. 14

3.... Overige bepalingen

3.1   Financiën

3.2   Uniformiteit psychologische keuringen

3.3   Geldigheid, herziening en schorsing van de erkenning

3.4   Aansprakelijkheid

3.5   Slotbepaling

Bijlage: Aanvraag Erkenning keuringsinstituut

Bijlagen

Algemeen

Overwegende dat:

  • In het Normenkader Veilig Werken (NVW) en Voorschriften Veilig Werken (VVW’s) eisen gesteld worden aan personen met een veiligheidstaak;
  • Personen met een veiligheidstaak moeten voldoen aan medische en psychologische geschiktheidseisen;
  • Deze medische en psychologische geschiktheidseisen voorheen opgenomen waren (tot 2010) in de Spoorwegwet i.c. het Besluit Spoorwegpersoneel en de Regeling spoorwegpersoneel;
  • De verantwoordelijkheid voor het bepalen van geschiktheidseisen van personen met een veiligheidstaak nu ligt bij de branche i.c. Stichting railAlert;
  • RailAlert daartoe de medische geschiktheidseisen heeft opgenomen in het document ‘Medische geschiktheidseisen m.b.t. uitvoering van veiligheidstaken in het kader van VVW-Trein, VVW-Tram en VVW-Metro’ (vigerende versie);
  • RailAlert daartoe de psychologische geschiktheidseisen heeft opgenomen in het document ‘Psychologische geschiktheidseisen m.b.t. uitvoering van veiligheidstaken in het kader van VVW-Trein, VVW-Tram en VVW-Metro’ (vigerende versie);
  • Uniformiteit en deskundigheid in de toepassing van medische en psychologische geschiktheidseisen bij het keuren van personen gegarandeerd dient te zijn;
  • RailAlert daartoe deze erkenningsregeling voor het erkennen van deskundige keuringsinstituten heeft opgesteld.

Inleiding

Met de geleidelijke overdracht (2008-2010) van een aantal veiligheidsfuncties uit de Spoorwegwet aan Stichting railAlert heeft railAlert ook de verantwoordelijkheid voor het beheer van de medische en psychologische geschiktheidseisen en de (borging van) keuringen gekregen.

RailAlert werkt hierbij samen met de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Onderdeel van deze samenwerking was dat alleen keuringsinstituten die door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) erkend zijn ook medische en psychologische keuringen mochten uitvoeren voor veiligheidstaken die vallen onder de regelgeving van railAlert.

Met het ontwikkelen van nieuwe medische geschiktheidseisen (2015) voor personen met een veiligheidstaak en het invoeren van nieuwe psychologische geschiktheidseisen (2016) voor personen met een veiligheidstaak, inclusief de daartoe vastgestelde veiligheidstaken voor tram en metro, is het werkveld van railAlert verbreed. Naast de Arbeidsomstandighedenwet en de Spoorwegwet heeft de Wet Lokaal Spoor zijn intrede gedaan voor ‘tram en metro’.

De realisatie van het VVW-Tram en het VVW-metro hebben ertoe geleid dat ook het beheer van de medische en psychologische geschiktheidseisen en de (borging van) keuringen van personen met veiligheidstaken bij GVB, RET, HTM en Provincie Utrecht (Regiotram Utrecht) bij railAlert ligt.

RailAlert wil met deze erkenningsregeling ook andere keuringsinstituten dan degene waarmee zij nu overeenkomsten heeft, in de gelegenheid stellen zich te kwalificeren.

Het bestuur van Stichting railAlert geeft met deze erkenningsregeling invulling aan haar beleid.

1.  Erkenningsprocedure

  1. Een aanvraag tot erkenning geschiedt door indiening van een standaard aanvraagformulier, onder toevoeging van de op het aanvraagformulier beschreven documenten, bij Stichting railAlert.
  1. Het adres is:

        Stichting railAlert

        Postbus 165

       3800 AD Amersfoort

  1. RailAlert zal de ontvangst van de aanvraag binnen 10 werkdagen bevestigen.
  1. Na controle op volledigheid van het dossier wordt de aanvrager, via diens contactpersoon, uitgenodigd voor een gesprek.
  1. Het besluit tot erkenning wordt genomen door het bestuur van railAlert. Dit besluit wordt zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 6 maanden nadat het dossier compleet is, meegedeeld.
  1. Afronding van de erkenningsprocedure vormt een overeenkomst tussen het kandidaat keuringsinstituut en railAlert.


2.  Erkenning

2.1      Criteria waaraan een keuringsinstituut minimaal moet voldoen om erkend te worden

De criteria zijn geschreven voor keuringsinstituten die zowel medische als psychologische keuringen verrichten. In geval alleen medische of alleen psychologische keuringen worden verricht geldt hetgeen hierop van toepassing is.

2.1.1      Onafhankelijkheid organisatie

Het keuringsinstituut heeft geen organisatorische bindingen met railinfrabeheerders, spoorwegondernemingen, (spoor)aannemers, werkplekbeveiligingsbedrijven en soortgelijke bedrijven waarvoor de medische en/of psychologische keuringen worden uitgevoerd. Het keuringsinstituut dient aan te tonen dat het geheel onafhankelijk haar keuringsactiviteiten kan uitvoeren

2.1.2      Grootte/omvang

Het keuringsinstituut dient minimaal één BIG geregistreerd keuringsarts en/of één NIP geregistreerd psycholoog in vaste dienst te hebben.

2.1.3      Vestigingen (aantal/plaats)

Het keuringsinstituut dient minimaal één eigen vestiging in Nederland te hebben waar de keuringen volledig verricht kunnen worden binnen de hiervoor geldende kwaliteitscriteria.

2.1.4      Expertise

Het keuringsinstituut dat erkend wil worden voor het uitvoeren van medische keuringen dient minimaal één BIG geregistreerde keuringsarts te hebben die ervaring heeft met het keuren van personen met een veiligheidsfunctie/taak, bij voorkeur in de railinfra branche.

Het keuringsinstituut dat erkend wil worden voor het uitvoeren van psychologische keuringen dient  minimaal één NIP geregistreerd psycholoog te hebben die ervaring heeft met het keuren van personen met een veiligheidsfunctie/taak, bij voorkeur in de railinfra branche.

Keuringsartsen en psychologen dienen uit eigen aanschouwing bekend te zijn met de uitoefening van de veiligheidstaak waarvoor keuringen verricht worden.

De mogelijkheid bestaat dat psychologen zonder NIP registratie, maar met een afgeronde masteropleidingzelfstandig psychologische keuringen uitvoeren. Toezicht en coaching van de betreffende psychoog(en)  dient aantoonbaar geregeld te zijn conform criteria voor supervisie zoals opgenomen in de richtlijnen van de Sociaal-Geneeskundige Registratie Commissie (SGRC).

Intercollegiale toetsing (ICT)

Keuringsartsen en keurende psychologen dienen aantoonbaar te voldoen aan de criteria voor intercollegiale toetsing zoals beschreven in de richtlijn ‘Intercollegiale toetsing in de sociale geneeskunde 2006’ van het SGRC (D.20 criteria ICT 2006) . Jaarlijks moet  minimaal 8 uur, verdeeld in minimaal 3 periodieke bijeenkomsten, worden deelgenomen aan ICT. Het keuringsinstituut dient, door middel van aanwezigheidsregistratie en verslaglegging van de behandelde onderwerpen, de gevolgde ICT aantoonbaar te maken.

2.1.5      Keuringsproces

Het keuringsinstituut moet aantonen dat zij het keuringsproces zodanig heeft ingericht dat de keuringen op een objectieve manier kunnen worden uitgevoerd. Voor de uitvoering van alle keuringen die het instituut wil (gaan) uitvoeren dienen protocollen beschikbaar te zijn. De protocollen moeten afgestemd zijn op de specifieke onderdelen van de eisen zoals beschreven in het document ‘Medische geschiktheidseisen m.b.t. uitvoering van veiligheidstaken in het kader van VVW-Trein, VVW-Tram en VVW-Metro’ respectievelijk het document ‘Psychologische geschiktheidseisen m.b.t. uitvoering van veiligheidstaken in het kader van VVW-Trein, VVW-Tram en VVW-metro’  van railAlert.

2.1.6      Kwaliteitsborging

Het keuringsinstituut moet de kwaliteit borgen en dient aantoonbaar te beschikken over een eigen kwaliteitsmanagementsysteem. De aard en omvang van het systeem moet afgestemd zijn op de aard en omvang van het keuringsinstituut. Een certificering volgens, bijvoorbeeld NEN-en- ISO normen is niet vereist maar het kwaliteitsmanagementsysteem moet wel als zodanig zijn ingericht. Minimaal de volgende punten zijn beschreven in het kwaliteitsdocument: Taken en verantwoordelijkheden binnen de organisatie; voortdurende inventarisatie, en aanpassing aan, relevante wet- en regelgeving; verbeterdoelstellingen; intern audit plan; borging van deskundigheid van keuringsartsen; jaarlijkse directiebeoordeling van het systeem; aantoonbaarheid intercollegiale toetsing van keuringsartsen/psychologen en kalibratie van meetinstrumenten.

Een keuringsreglement is onderdeel van het kwaliteitsmanagementsysteem. De eisen die railAlert hieraan stelt zijn benoemd in hoofdstuk 2 van deze erkenningsregeling.

2.1.7      Inrichting onderzoekskamers

Voor medische onderzoeken moet de onderzoekskamer(s) zodanig ingericht zijn dat de medische keuringen kunnen worden uitgevoerd op basis van de medische geschiktheidseisen 2015 van railAlert.

Hierbij moet onder meer gedacht worden aan:

  1. Een geluidsdichte ruimte voor de uitvoering van audiometingen.
  2. Een hiervoor ingerichte en geschikte ruimte voor het uitvoeren van visusmetingen.

Voor psychologische onderzoeken moet de onderzoekskamer(s) een zodanige ligging en inrichting hebben dat de keurling op een rustige manier psychologische tests kan uitvoeren.

De hardware moet (minimaal) ingericht zijn/beschikbaar zijn voor het kunnen uitvoeren van reactietesten.

2.1.8      Veiligheidstaken

In de erkenningsaanvraag moet duidelijk worden aangegeven voor welke veiligheidstaken een erkenning van railAlert wordt aangevraagd. In geval van wijzigingen hierin, hetzij op verzoek van het (erkende) keuringsinstituut hetzij als gevolg van wijzigingen in de regelgeving van railAlert, gelden ook hiervoor alle, in het keuringsreglement benoemde, criteria en dient het keuringsreglement (of de bijlage) aangepast te worden door het keuringsinstituut.

2.1.9      Keuringsreglement

Het keuringsinstituut dient te beschikken over een keuringsreglement dat voldoet aan de in hoofdstuk 2 beschreven criteria en er dienen werklocatieonderzoeken plaats te vinden zoals beschreven in hoofdstuk 3.

2.2      Keuringsreglement

Een keuringsreglement, en goedkeuring hiervan, is vereist voordat enige keuring mag worden uitgevoerd.  Ingeval het keuringsinstituut gebruik wil maken van het door de Minister goedgekeurde keuringsreglement dient, minimaal, in een bijlage voor railAlert opgenomen te zijn: de veiligheidstaken van railAlert,  de voor deze veiligheidstaken geldende geschiktheidseisen,  geldigheidsduren van keuringen (zie hiervoor de regelgeving van railAlert) en de specifieke eisen welke railAlert aan het keuringsreglement stelt. Het keuringsreglement behoeft de goedkeuring van railAlert. railAlert kan een door de Minister goedgekeurd reglement accepteren, mits de hierboven genoemde bijlage aanwezig is en voldoet aan de hieraan door railAlert gestelde eisen.

Het keuringsreglement is een beheerst document. Het document vermeldt een versienummer en de datum van de uitgave. Alle bladzijden en bijlagen van het keuringsreglement zijn genummerd. In het keuringsreglement is een inhoudsopgave opgenomen.

Het keuringsreglement beschrijft welke functionaris binnen het keuringsinstituut verantwoordelijk is voor het beheer en de actualisatie van het keuringsreglement.

In het keuringsreglement is beschreven op welke manier het keuringsproces verloopt en met het keuringsreglement worden de belangen van opdrachtgevers en keurlingen beschermd en geborgd.

Het keuringsreglement is ingericht als extern document. RailAlert, klanten en keurlingen hebben, zonder belemmering, toegang tot het keuringsreglement. Keuringsinstituten geven, desgevraagd, aan de hand van het keuringsreglement, voorlichting over de wijze waarop zij wettelijke en andere relevante eisen naleven.

De onderstaande aspecten, genoemd in de paragrafen 2.2.1 tm 2.2.30, moeten in het keuringsreglement zijn opgenomen:

2.2.1     De eisen voor medische, respectievelijk psychologische geschiktheid per veiligheidstaak.

2.2.2     De manier waarop keurlingen worden uitgenodigd voor het ondergaan van een medische en/of psychologische keuring, inclusief de manier waarop keurlingen worden geïnformeerd over het keuringsproces.

2.2.3     De keuringsarts/keurende psycholoog verifieert, voorafgaand aan de keuring, de identiteit van de keurling aan de hand van een geldig rijbewijs, een geldige identiteitskaart of een geldig paspoort.

2.2.4     Als de keurling ten tijde van de keuring ongeschikt is vanwege een tijdelijke medische of psychische conditie die in verband staat met de keuringseisen, en die conditie na het doorlopen van een voor die conditie normaal herstelproces niet meer aanwezig is en er geen andere redenen zijn om betrokkene ook nadien ongeschikt te beoordelen, wordt aan de uitslag ‘geschikt’ toegevoegd ‘na herstel’. Deze vermelding is niet nodig als het een conditie betreft die niet rechtstreeks verband houdt met de keuringseisen en de geschiktheid voor de taak, en de conditie naar zijn aard tijdelijk en voorbijgaand is.

2.2.5     Indien de keurling ten tijde van de keuring ongeschikt is vanwege een tijdelijke medische of psychologische conditie en niet voorzienbaar is of de geschiktheid na het herstelproces weer  terugkeert, beschrijft het keuringsreglement dat als keuringsuitslag wordt vermeld: ‘ongeschikt-herbeoordeling na herstel’.

2.2.6     Als een keurling in geringe mate niet aan één of meerdere ingevolge de in de medische geschiktheidseisen vastgestelde criteria voldoet, kan de keurling desondanks ten aanzien van de desbetreffende eis of eisen zonder voorwaarden of beperkingen worden goedgekeurd indien:

  1. De keuringsarts vaststelt dat de keuringseis waaraan niet wordt voldaan voldoende wordt gecompenseerd;
  2. Een veilige uitvoering van de taak hierdoor niet wordt belemmerd;
  3. Een arts deskundige aan de keuringsarts schriftelijk heeft geadviseerd om de keurling ten aanzien van deze keuringseis goed te keuren.

2.2.7     Benoemen van te raadplegen arts-deskundigen. Deze dienen werkzaam te zijn bij het Instituut voor Klinische Arbeidsgeneeskunde Nederland BV (IKA Ned). Alleen arts-deskundigen die werkzaam zijn bij IKA Ned, waarmee railAlert een overeenkomst heeft, mogen worden geraadpleegd.

2.2.8     De manier waarop keuringsartsen adviezen aanvragen bij de arts-deskundigen van  IKA Ned In het keuringsreglement is een verwijzing opgenomen naar de internetsite van  IKA Ned.

2.2.9     De andere gevallen waarin keuringsartsen de arts-deskundigen kunnen raadplegen:

  1. Adviesaanvragen bij het toepassen van de medische eisen;
  2. De afgifte van medische verklaringen met beperkingen en/of voorwaarden.

2.2.10  De keuringsarts of de keurende psycholoog deelt zelf aan de keurling mee of hij/zij geschikt of ongeschikt is. Wanneer er sprake is van ongeschiktheid, deelt de keuringsarts of keurende psycholoog aan de keurling mee, dat de betrokkene recht heeft op een herkeuring.

2.2.11  Keuringsartsen of psychologen mogen beperkingen en voorwaarden verbinden aan de afgifte van een verklaring van geschiktheid zoals:

  • Het beperken van de normale geldigheidsduur van de keuringsuitslag;
  • Het voorschrijven van een tussentijdse beoordeling;
  • Het melden van vermoede of gebleken negatieve veranderingen;
  • Andere geschikte conditie beheersende maatregelen en voorwaarden; ten aanzien van de omstandigheden welke tot de   voorwaarde aanleiding gaf.

Functionele voorwaarden hebben betrekking op:

  • De plaatsen en tijden waarop de taak mag worden uitgeoefend.
  • De wijze waarop, en de middelen waarmee, de taak mag worden uitgeoefend.
  • De aanwezigheid van andere personen en de kwalificaties waaraan die moeten voldoen.
  • Andere voorzieningen voor de wijze van taakuitoefening.

2.2.12  De keuringsarts of de keurende psycholoog pleegt, waar nodig, overleg met de opdrachtgever van de keuring of de uitvoering van de functie met de bijbehorende functionele voorwaarden past binnen de bedrijfsuitvoering van de opdrachtgever en acceptabel is voor de opdrachtgever.

2.2.13  De keuringsarts vermeldt het dragen van een bril, contactlenzen of een gehoorapparaat als voorwaarde op de verklaring van medische geschiktheid.

2.2.14  In de verklaring van medische geschiktheid, afgegeven aan personen met een veiligheidstaak, worden de geldigheidscriteria  vermeld zoals deze beschreven zijn in het railAlert-document ‘Geldigheidsduren van certificaten, medische en psychologische keuringen’.

2.2.15  In de verklaring van psychologische geschiktheid, afgegeven aan personen met een veiligheidstaak, worden de geldigheidscriteria  vermeld zoals deze beschreven zijn in het railAlert-document ‘Geldigheidsduren van certificaten, medische en psychologische keuringen’.

 2.2.16  De verklaring van medische geschiktheid verliest haar geldigheid indien bij een tussentijdse keuring door een erkend keuringsinstituut blijkt dat de betrokkene niet langer voldoet aan de voor de veiligheidstaak vastgestelde eisen betreffende medische geschiktheid.

2.2.17  De verklaring van psychologische geschiktheid verliest haar geldigheid indien bij een tussentijdse keuring door een erkend keuringsinstituut blijkt dat de betrokkene niet langer voldoet aan de voor de veiligheidstaak vastgestelde eisen betreffende psychologische geschiktheid.

2.2.18  De verklaring van medische geschiktheid, respectievelijk psychologische geschiktheid bevat ten minste de volgende gegevens:

  1. Naam van het keuringsinstituut.
  2. Keuringsdatum.
  3. Naam en geboortedatum van de keurling.
  4. Veiligheidstaak waarvoor de keuring heeft plaats gevonden.
  5. Termijn waarvoor de keurling geschikt is bevonden.
  6. Bij veiligheidstaken waarbij periodieke herkeuring van toepassing is: de einddatum van geldigheid.
  7. Eventuele beperkingen of voorwaarden ten aanzien van de geschiktheid.

2.2.19  Verklaringen van medische geschiktheid respectievelijk psychologische geschiktheid worden afgegeven voor elke veiligheidstaak afzonderlijk.

2.2.20  Verklaringen van medische geschiktheid respectievelijk psychologische geschiktheid die op papier worden verstrekt zijn ondertekend door de keuringsarts of keurende psycholoog. Indien verklaringen digitaal worden opgesteld en verstrekt dan moet in het keuringsreglement beschreven worden op welke manier aantoonbaar kan worden gemaakt dat deze verklaring daadwerkelijk is opgesteld door de betreffende keuringsarts of keurende psycholoog.

2.2.21  De verklaring van medische geschiktheid of psychologische geschiktheid wordt verstrekt aan zowel opdrachtgever als de keurling.

2.2.22  Bij periodieke herkeuringen is de ingangsdatum van de nieuwe verklaring van geschiktheid de datum van goedkeuring (zoals ook bij initiële en tussentijdse keuringen het geval is). 

2.2.23  Een tussentijdse keuring vindt plaats indien bij degene onder wiens gezag de veiligheidstaak wordt uitgeoefend het vermoeden bestaat dat de betrokkene niet langer voldoet aan de voor de uitoefening van die veiligheidstaak vastgestelde eisen inzake medische geschiktheid respectievelijk psychologische geschiktheid. De keuringsuitslag van een tussentijdse keuring komt in de plaats van de keuringsuitslag op basis waarvan de betrokkene medisch, respectievelijk psychologisch goedgekeurd is.

2.2.24  Herkeuring bij bezwaar tegen de uitslag van een medische keuring:

  • De keurling en de werkgever zijn bevoegd om een herkeuring aan te vragen indien zij een bezwaar hebben tegen de uitslag van de medische keuring. Deze herkeuring vindt, bij voorkeur, plaats bij hetzelfde keuringsinstituut maar mag eventueel bij een ander keuringsinstituut plaats vinden dan waar de eerste keuring is uitgevoerd.
  • Als de keurling een herkeuring wil aanvragen naar aanleiding van de keuringsuitslag waarover de keuringsarts nog geen advies heeft ingewonnen bij de arts-deskundige, dan wordt dit advies alsnog ingewonnen; dit advies kan niet leiden tot een nieuwe keuringsuitslag;
  • Herkeuringen worden uitgevoerd door keuringsartsen van een door railAlert erkend keuringsinstituut, zoals vermeld op de website van railAlert;
  • Herkeuringen moeten worden uitgevoerd door een senior arts die minimaal 3 jaar keuringen heeft uitgevoerd van medewerkers met een veiligheidstaak in de railinfra en die ook beschikt over de juiste bevoegdheid op basis van zijn/haar werkplekonderzoeken;
  • De keuringsuitslag van de herkeuring komt in de plaats van de keuringsuitslag van de medische keuring in eerste aanleg.

2.2.25  Herkeuring bij bezwaar tegen de uitslag van een psychologische keuring:

  • De keurling en de werkgever zijn bevoegd om een herkeuring aan te vragen indien zij een bezwaar hebben tegen de uitslag van de psychologische keuring. Een afgekeurde keurling mag één herkeuring doen bij hetzelfde instituut. Indien sprake is van bijzondere omstandigheden geldt het keuringsproces zoals beschreven in hoofdstuk 4 van het railAlert-document ‘Psychologische geschiktheid enz.’.
  • Herkeuringen moeten worden uitgevoerd door een senior psycholoog die minimaal 3 jaar keuringen heeft uitgevoerd van medewerkers met een veiligheidstaak in de railinfra en die ook beschikt over de juiste bevoegdheid op basis van zijn/haar werkplekonderzoeken;
  • De keuringsuitslag van de herkeuring komt in de plaats van de keuringsuitslag van de psychologische keuring in eerste aanleg.

2.2.26   De bewaartermijn van keuringsdocumenten bedraagt ten minste 6 jaar.

2.2.27  Documenten mogen alleen worden doorgegeven na schriftelijke toestemming van de keurling.

2.2.28  De longitudinale vastlegging van gegevens dient plaats te vinden en wel zodanig dat personen in de loop der tijd kunnen worden gevolgd en keuringsresultaten kunnen worden getoetst aan de verkregen onderzoeksresultaten.

2.2.29  In voorkomende gevallen en met toestemming van de keurling wordt inzage verleend in de keuringsdossiers aan een aangewezen arts of psycholoog.

2.2.30  Het keuringsinstituut beschrijft de wijze waarop zij een keuringsuitslag voor een aanvullende veiligheidstaak vast stelt op basis van een eerder uitgevoerde medische en/of psychologische keuring. De maximaal te hanteren termijn hierbij is 1 jaar na de eerste keuring.

2.3      Werklocatieonderzoek

2.3.1      Duur en plaats werklocatieonderzoeken

  • Leider werkplek beveiliging Trein (LWB): Minimaal 4 uur in dag- of nachtdienst op een hoofdspoorlocatie.
  • Leider Lokale Veiligheid Trein (LLV): minimaal 4 uur in dag- of nachtdienst op een hoofdspoorlocatie
  • Veiligheidsman/grenswachter Trein (VHM/GRW): minimaal 4 uur in dag- of nachtdienst op een hoofdspoorlocatie
  • Werkzone Leider Veiligheid HSL (WLV-HSL): minimaal 4 uur in dag- of nachtdienst op een HSL- locatie.
  • Begeleider Buitendienst gesteld spoor (BBD): minimaal 4 uur in dag- of nachtdienst op een hoofdspoorlocatie
  • Gereedschapsmachinist (GMcn): minimaal 4 uur in dag- of nachtdienst op locatie. In dit geval mag de locatie gelegen zijn op het hoofdspoornet of het metrospoornet (niet tramspoornet)
  • Leider werkplekbeveiliging metro (lwb-metro): minimaal 4 in dag- of nachtdienst op locatie (zie opmerking hieronder).
  • Leider lokale veiligheid metro (llv-metro): vooralsnog gelden hiervoor dezelfde eisen als de lwb-metro. Apart locatieonderzoek is wenselijk maar niet vereist.
  • Leider werkplek beveiliging tram (lwb-tram): minimaal 4 uur in dag- of nachtdienst op locatie (zie opmerking hieronder).
  • Veiligheids persoon metro (vhp-metro): minimaal 4 uur in dag- of nachtdienst op locatie.

Locatieonderzoeken mogen worden gecombineerd voor maximaal 2 veiligheidstaken in het tijdsvenster van 4 uur.

Voor de Leider Werkplek Beveiliging Trein en Veiligheidsman/Grenswachter Trein geldt dat hij/zij, bij medische en/of psychologische geschikt verklaring, ook medisch respectievelijk psychologisch geschikt geacht wordt voor het uitvoeren van veiligheidstaken op het tram- en metronetwerk. Het keuringsinstituut geeft voor elke veiligheidstaak een afzonderlijke verklaring van geschiktheid af.

Apart werklocatieonderzoek ten behoeve van een lwb-metro, vhp-metro of lwb-tram op het metro- respectievelijk tramnetwerk is alleen noodzakelijk voor keuringsartsen respectievelijk keurende psychologen die uitsluitend keuringen verrichten voor tram of metro.

2.3.2      Duur en plaats herhalings-werklocatieonderzoeken

Hiervoor gelden dezelfde voorwaarden voor duur en locatie als voor het eerste werklocatieonderzoek.

2.3.1.1 Frequentie

Werklocatieonderzoeken moeten met een interval van maximaal 3 jaar worden herhaald zodat keuringsartsen/psychologen op de hoogte blijven van alle relevante ontwikkelingen met betrekking tot de betreffende veiligheidstaken.

2.3.2.2 Verslaglegging

De keuringsarts stelt zelf het verslag op van het werklocatieonderzoek. Gecombineerde verslaglegging door twee of meer keuringsartsen/psychologen is niet toegestaan. Het geheel of gedeeltelijk kopiëren van verslaglegging van collega keuringsartsen/psychologen is niet toegestaan. Het inhoudelijke verslag van het werklocatieonderzoek moet minimaal vermelden wanneer, waar en hoe lang het onderzoek is uitgevoerd, inclusief van de vermelding van de contactpersoon van betrokken organisatie. Ook van herhalingsonderzoeken moet verslaglegging worden gedaan. Een kopie van het verslag van het onderzoek moet aan railAlert worden verstrekt. railAlert beschouwt de informatie als vertrouwelijk en zal informatie niet delen met derden dan na uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de opsteller van het verslag van het werklocatieonderzoek.


3. Overige bepalingen

3.1      Financiën

Medische en/of psychologische keuringen worden uitgevoerd door de erkende keuringsinstituten in opdracht van de werkgever van een keurling. De vergoeding van de keuringskosten wordt overeengekomen tussen de werkgever van de keurling en het keuringsinstituut.

Per keuring van een veiligheidstaak is een vergoeding/afdracht aan railAlert verschuldigd. De hoogte hiervan wordt jaarlijks vastgesteld door het bestuur van railAlert.

RailAlert informeert de keuringsinstituten, railinfrabeheerders van tram en metro en de  door railAlert gecertificeerde werkplekbeveiligingsbedrijven en personeelstellers over deze vergoeding/afdracht ten behoeve van railAlert en eventuele tariefswijzigingen hierop.

De vergoedingen/afdrachten ten behoeve van railAlert worden door de keuringsinstituten, namens railAlert, in rekening gebracht bij de opdrachtgever van de keuring(en). RailAlert  factureert deze vergoedingen/afdrachten aan de keuringsinstituten.

3.2      Uniformiteit psychologische keuringen

Uniformiteit van keuringen en normering van keuringsuitslagen zijn belangrijk. Daartoe schrijft railAlert, met uitzondering van het toepassen van een rollenspel bij het toetsen van de dimensie ‘communicatieve vaardigheden’, niet de te hanteren middelen bij het uitvoeren van keuringen voor maar wordt gewerkt met gezamenlijk op te stellen en te beheren beslisregels, normgroepen en scoreprofielen per veiligheidstaak.

Elk door railAlert erkend keuringsinstituut dat psychologische keuringen verricht heeft een inspanningsverplichting mee te werken aan het ontwikkelen en in stand houden van rollenspelen.

Alle keuringspsychologen van door railAlert erkende keuringsinstituten voor het uitvoeren van psychologische keuringen nemen, minimaal éénmaal per jaar, deel aan intervisiebijeenkomsten. De bevindingen worden voorgelegd aan railAlert.

3.3      Geldigheid, herziening en schorsing van de erkenning

Een (eerste) erkenning van een keuringsinstituut geldt voor een periode van 1 jaar.

De erkenning wordt jaarlijks stilzwijgend met 1 jaar verlengd onder de volgende voorwaarden:

  1. Het keuringsinstituut voldoet nog aan de erkenningsvoorwaarden;
  2. De overeenkomst tussen railAlert en het keuringsinstituut is niet door één van de partijen opgezegd;
  3. Jaarlijks vindt een check plaats bij het keuringsinstituut of nog voldaan wordt aan de voorwaarden die ILT en/of railAlert stellen.

Elke erkenning blijft slechts gelden tot intrekking ervan. Het keuringsinstituut brengt railAlert onverwijld op de hoogte van gewijzigde feiten en/of omstandigheden die gevolgen kunnen hebben voor de erkenning.

Herziening van erkenning geschiedt:

  • Zodra het administratief deel van de erkenning niet meer actueel is of niet meer voldoet aan de eisen.
  • Op verzoek van het erkende keuringsinstituut.
  • Op het ogenblik dat railAlert op de hoogte is van feiten waaruit zou blijken dat het keuringsinstituut niet meer voldoet aan de eisen met betrekking tot bekwaamheid.

Als de herziening niet wordt afgesloten met de constatering dat het keuringsinstituut aan alle eisen voldoet, en tevens de gestelde termijn waarbinnen aan de eisen voldaan moet zijn is verstreken, wordt het keuringsinstituut voor de desbetreffende erkenning geschorst.

Een schorsing vindt plaats voor de periode tot aan het besluit tot intrekking van de erkenning respectievelijk opheffing van de schorsing. Gedurende de schorsing is het het keuringsinstituut niet toegestaan nieuwe opdrachten aan te nemen voor de categorie waarvoor de schorsing geldt. Gedurende de schorsing wordt de vermelding van het keuringsinstituut verwijderd van de website van railAlert als erkend keuringsinstituut of wordt hierbij aangegeven dat het keuringsinstituut geschorst is.

Schorsing geeft in geen geval recht op schadevergoeding.

3.4      Aansprakelijkheid

RailAlert sluit iedere vorm van aansprakelijkheid uit voor door keuringsinstituten verrichte keuringen. Het keuringsinstituut dient in verband met het verrichten van medische en/of psychologische keuringen te beschikken over een aansprakelijkheidsverzekering met voldoende dekking.

3.5      Slotbepaling

railAlert hanteert voor alle keuringsinstituten uniforme afspraken.

Bijlage: Aanvraag Erkenning keuringsinstituut

Met dit formulier vraagt u een erkenning keuringsinstituut aan voor de uitvoering van medische en/of psychologische keuringen van personen met veiligheidstaken zoals bedoeld in artikel 5 van het Normenkader Veilig Werken versie 1.3 d.d. mei 2019 van de Stichting railAlert.

Onvolledig of onjuist ingevulde formulieren (inclusief het niet meesturen van de gevraagde bijlagen) worden niet in behandeling genomen. Informatie kunt u telefonisch aanvragen bij Stichting railAlert, 085-0023510. U kunt de aanvraag sturen naar Postbus 165, 3800 AD, Amersfoort of naar het e-mail adres: info@railalert.nl

Aanvragers dienen zich er bewust van te zijn dat een erkenning inhoudt dat naast goedkeuring van de aanvraag, een daarna op te stellen overeenkomst met railAlert gesloten dient te worden. Aanvragers verklaren, met het indienen van deze aanvraag, kennis genomen te hebben van de ‘Erkenningsregeling voor keuringsinstituten’ van railAlert en zich hieraan volledig te conformeren.

Gegevens aanvrager

1.1    Naam keuringsinstituut

1.2    Postadres hoofdkantoor

1.3    Postcode en plaats

1.4    Telefoonnummer

1.5    Website

1.6    KvK nummer

1.7   BTW nummer

1.8   Naam verantwoordelijk directeur

1.9   Naam en functie contactpersoon

1,10  Telefoonnummer contactpersoon

1.11  E-mailadres contactpersoon

1.12  Factuuradres (indien anders dan postadres)

1.13  Bankrekeningnummer (IBAN)

1.14  BIC nummer


Gegevens aanvraag

2.1   Reden van de aanvraag     

☐  Eerste aanvraag

☐  Hernieuwde aanvraag                 

☐  Wijziging

2.2    Welk type keuring(en) betreft het?

☐  Medisch                         

☐  Psychologisch

2.3   Voor welke veiligheidstaken wordt de erkenning aangevraagd?

☐  Leider Werkplek Beveiliging Trein (LWB)

☐  Leider Lokale Veiligheid Trein (LLV)

☐  Veiligheidsman/grenswachter Trein (VHM/GWR)

☐  Begeleider Buitendienst gesteld spoor Trein (BBD)

☐  Werkzone Leider Veiligheid HSL (WLV)

☐  Gereedschapsmachinist Trein  (GMcn)

☐  Leider werkplekbeveiliging metro (lwb-metro)

☐  Leider lokale veiligheid metro (llv-metro)

☐  Veiligheidspersoon metro (vhp-metro)

☐  Leider werkplekbeveiliging tram (lwb-tram)

2.4     Gewenste ingangsdatum erkenning (tenminste 10 weken na datum aanvraag)


2.5    Nummer bestaande erkenning (indien van toepassing)

2.6    Afloopdatum bestaande erkenning (indien van toepassing)


 

Omschrijving activiteiten onderneming

3.1          Geef een omschrijving van de activiteiten van de onderneming

Adresgegevens keuringsvestigingen

Als er meer dan 5 vestigingen zijn waar keuringen worden uitgevoerd dient u op een bijlage alle vestigingen te vermelden.

Adres vestiging 1

Postcode en plaats

Adres vestiging 2

Postcode en plaats

Adres vestiging 3

Postcode en plaats

Adres vestiging 4

Postcode en plaats

Adres vestiging 5

Postcode en plaats

Bijlagen

Stuur de volgende bijlagen mee:

  • Een actueel uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel
  • Uw keuringsreglement voor de uitvoering van medische en/of psychologische keuringen
  • Kopieën van de BIG registraties van de keuringsartsen (indien uw aanvraag medische keuringen betreft)
  • Kopieën van de NIP registratie van de keuringspsychologen (indien uw aanvraag  psychologische keuringen betreft)
  • Verslagen van recente locatieonderzoeken (indien die nog niet hebben plaats gevonden voor de aangevraagde veiligheidstaken dan die van vergelijkbare veiligheidsfuncties in het kader van de Spoorwegwet of de Wet lokaal spoor)

Ondertekening

Ik verklaar dat alle gegevens op dit formulier volledig en naar waarheid zijn ingevuld.

6.1          Naam en functie aanvrager

6.2          Datum en plaats


6.3          Handtekening aanvrager

afbeelding.png