Spring naar de hoofdinhoud

Toetsingskader certificerende instellingen (versie 2.0)


afbeelding.png

1 Voorwoord

Dit document bevat de eisen voor de certificerende instellingen (ci’s) die certificeringsactiviteiten uitvoeren volgens de railAlert Certificeringsregeling  personeel stellen en werkplekbeveiliging.

Beheer regeling

De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen en beheren van dit toetsingskader ligt bij de Werkkamer Systeemcertificering van de Stichting railAlert. Op- en/of aanmerkingen over dit toetsingskader kunt u indienen bij railAlert (info@railalert.nl).


De actuele versie van dit document is gepubliceerd op de website van railAlert (www.railalert.nl). Alle voorgaande versies zijn hiermee vervallen.


Voor een verklaring van de gebruikte begrippen en afkortingen wordt verwezen naar de  website van railAlert, https://www.railalert.nl/begrippenlijst-railalert en https://www.railalert.nl/afkortingen-railalert.

 Versiebeheer

Nr.

Datum

Aard van de wijziging

Gewijzigd door

2.0

24-10-2022

In totaliteit herzien. Betreft de aanvullende
railAlert-eisen op basis van de ISO/IEC ISO 17021-1.

Marcel Edwards

2 Inhoudsopgave

3 Eisen aan de certificerende instelling

De ISO 9001:2015 is leidend voor de beoordeling van het managementsysteem voor het stellen van NVW/-VVW-veiligheidspersoneel en werkplekbeveiliging door bedrijven en organisaties. De certificering voor personeel stellen en werkplekbeveiliging wordt altijd geïntegreerd uitgevoerd met de audits op de ISO 9001.

De certificerende Instelling dient de certificering uit te voeren volgens de eisen uit de ISO/IEC ISO 17021-1, ISO/IEC ISO 17021-3, inclusief de van toepassing zijnde internationale guidance-documenten, inclusief IAF MD 1, IAF MD 2 en IAF MD 5.

De certificerende Instelling moet geaccrediteerd zijn voor het uitvoeren van managementsysteemaudits waarbij de volgende scope van accreditatie voor ISO 9001 is afgedekt:

  1. NACE rev.2: 42.12 en
  2. aanvullend voor personeel stellen: NACE rev.2: 78.20 of
  3. aanvullend voor werkplekbeveiliging: NACE rev.2: 71.12 en 74.90.

Een certificerende Instelling mag alleen certificeringsactiviteiten voor de Certificeringsregeling personeel stellen en werkplekbeveiliging uitvoeren als zij hiervoor contractueel bevoegd is verklaard door de railAlert.

De certificerende Instelling moet schriftelijk aantonen dat aan de in dit toetsingskader gestelde aanvullende eisen wordt voldaan.

4 Aanvullende informatie en eisen ISO/IEC 17021-1

De eisen zoals in de norm ISO17021-1 verwoord, worden aangevuld met de volgende:

1. Scope (ISO/IEC 17021-1)

Geen aanvullende eisen.

2. Normatieve verwijzingen (ISO/IEC 17021-1)

Geen aanvullende eisen.

3. Termen en definities (ISO/IEC 17021-1)

Zie de website van railAlert voor de gebruikte begrippen en afkortingen, https://www.railalert.nl/begrippenlijst-railalert en https://www.railalert.nl/afkortingen-railalert.

4. Principes (ISO/IEC 17021-1)

Geen aanvullende eisen.

5. Algemene eisen (ISO/IEC 17021-1)

5.1.2 Certificatieovereenkomst (ISO/IEC 17021-1)

railAlert heeft als schemabeheerder, voor het toezicht op de certificerende instellingen, het recht om de auditrapportages van de certificerende instelling op te vragen en in te zien. Daarnaast heef zij het recht om audits bij te wonen en/of werklocaties van het te certificeren bedrijf/organisatie (on)aangekondigd te bezoeken. Het  te certificeren bedrijf/organisatie moet te allen tijde toegang verlenen aan railAlert om genoemde audits bij te wonen en/of het bedrijf/organisatie te bezoeken.

De door de certificerende instelling beschikbaar gestelde informatie wordt door railAlert vertrouwelijk behandeld.

Bovenstaande eisen moeten door de certificerende instelling in de certificeringsovereenkomst met  het te certificeren bedrijf/organisatie zijn vastgelegd.

De certificeringsovereenkomst moet de specifieke scope van de certificering vermelden:

  • voor werkplekbeveiliging: het aanvragen, voorbereiden en uitvoeren, onderhouden en opheffen van maatregelen voor werkplekbeveiliging bij het werken aan of nabij de railinfrastructuur.
  • voor personeel stellen: het beschikbaar stellen van NVW-/VVW-veiligheidspersoneel aan werkplekbeveiligingsbedrijven.

De certificeringsovereenkomst moet vermelden dat de railAlert-voorwaarden voor gebruik van het railAlert-beeldmerk van toepassing zijn.

6. Structurele eisen (ISO/IEC 17021-1)

Geen aanvullende eisen.

7. Eisen in verband met de middelen (ISO/IEC 17021-1)

7.1.2 Bepalen van competentiecriteria (ISO/IEC 17021-1)

De competentie criteria zoals genoemd in de ISO/IEC TS 17021-3, zijn van toepassing.

Aanvullend moeten auditoren beschikken over:

a) voldoende kennis en kunde over de railAlert-Certificeringsregeling personeel stellen en werkplekbeveiliging;

b) voldoende kennis en kunde over de wettelijke en regelgevende kaders van toepassing voor
personeel stellen of werkplekbeveiliging;

d) een certificaat-praktijkbeoordelaar voor de taken leider lokale veiligheid (LLV), leider werkplekbeveiliging (LWB), veiligheidsman (VHM) en grenswachter (GRW);

e) een diploma middelbaar veiligheidskunde (MVK) of hogere veiligheidskunde (HVK).

Auditoren moeten over een geldig certificaat Veilig Toegang Op het Spoor en een digitaal veiligheidspaspoort (DVP) beschikken.

Auditoren moeten de jaarlijkse georganiseerde harmonisatiedag van railAlert bijwonen en één keer per twee jaar de door Bureau voor Toetsing en Certificering (BTC) georganiseerde Expertbijeenkomst praktijkbeoordelaar NVW-/VVW-taken en de verplichte E-learnings van Railcenter volgt (spoorbouw, etc.).

7.5. Uitbesteding (ISO/IEC 17021-1)

7.5.1. (ISO/IEC 17021-1)

De certificerende instelling mag certificeringswerkzaamheden, met betrekking tot de geïntegreerde audit ISO 9001 en de certificeringsregeling personeel stellen en werkplekbeveiliging en/of de Regeling nieuwe toetreders, niet uitbesteden.

8. Eisen aan informatie (ISO/IEC 17021-1)

8.2. Certificeringsdocumenten (ISO/IEC 17021-1)

8.2.1. (ISO/IEC 17021-1)

De certificerende instelling moet binnen vijf werkdagen nadat het certificaat is verstuurd naar de certificaathouder, een kopie van het uitgegeven certificaat versturen aan railAlert. Schorsing of intrekking van een certificaat moet direct aan railAlert worden gemeld. De certificerende instelling overlegt desgevraagd aan railAlert  de correspondentie rond de certificering, de schorsing of intrekking van het hier direct boven genoemde certificaat.

Bij intrekking van een certificaat zal een nieuw certificeringstraject moeten worden doorlopen.

8.2.2 (ISO/IEC 17021-1).

De startdatum en verloopdatum  van de certificaten personeel stellen en werkplekbeveiliging  zijn gelijk aan het certificaat van ISO 9001.

De  certificaten personeel stellen en werkplekbeveiliging moeten daarnaast bevatten:

  • het inschrijfnummer in het handelsregister van de Kamer van Koophandel;
  • het railAlert-beeldmerk;
  • de railAlert-code van de certificerende instelling;
  • de specifieke scope voor personeel stellen of werkplekbeveiliging zoals aangegeven onder 5.1.2.

Bij een gecombineerd certificaat voor personeel stellen en werkplekbeveiliging moeten specifieke scopes van de certificering op het certificaat worden vermeld.

Bij schorsing of intrekking van het ISO 9001-certificaat worden de certificaten personeel stellen of werkplekbeveiliging automatisch geschorst of ingetrokken.

8.3 Verwijzen naar de certificering en het gebruik van merken (ISO/IEC 17021-1).

Het gebruik van het railAlert-beeldmerk moet in overeenstemming zijn met de voorwaarden zoals gesteld door railAlert. De certificerende instelling houdt toezicht op het gebruik van het railAlert-beeldmerk door de certificaathouder.

9. Proceseisen (ISO/IEC 17021-1)

9.1. Activiteiten voorafgaand aan de certificering (ISO/IEC 17021-1)

9.1.4. Het vaststellen van de audittijd (ISO/IEC 17021-1)

9.1.4.1. (ISO/IEC 17021-1)

De audittijd wordt berekend als een geïntegreerde audit met ISO 9001. Het budget voor ISO 9001, conform IAF MD 5, wordt verhoogd met 25 procent voor de Certificeringsregeling personeel stellen of werkplekbeveiliging. Bij een geïntegreerde beoordeling van personeel stellen en werkplekbeveiliging wordt het budget verhoogd met 30 procent. Gezien de veiligheidsrisico’s en de complexiteit in regelgeving en uitvoering:

  • reducties van het aantal personen met NVW-/VVW-taken zijn niet toegestaan (IAF MD-5, art. 2.3);
  • personeel stellen wordt beschouwd als “medium risk” (IAF MD-5 art. 1.10);
  • werkplekbeveiliging wordt beschouwd als “high risk” (IAF MD-5 art. 1.10).

Er moet specifiek rekening worden gehouden met het feit dat er voldoende tijd is voor het uitvoeren van de benodigde projectbezoeken zodat de volledige procesgang kan worden beoordeeld. Waar nodig moet hiervoor additionele tijd worden berekend volgens IAF MD-5, art. 8. i).

9.2. Audits plannen (ISO/IEC 17021-1)

9.2.2. Selectie van en aanstellingen in het auditteam (ISO/IEC 17021-1)

9.2.2.1. Algemeen (ISO/IEC 17021-1)

 9.2.2.1.1. (ISO/IEC 17021-1)

Binnen een auditteam moeten alle auditoren de vakbekwaamheid bezitten voor het auditeren voor de Certificeringsregeling personeel stellen of werkplekbeveiliging (zie art. 7.1.2).

9.2.3. Auditplan (ISO/IEC 17021-1)

9.2.3.2. Opstellen van het auditplan (ISO/IEC 17021-1)

De erkenningsprojecten moeten representatief zijn voor de beoordeling door het auditteam. Een erkenningsproject is pas representatief voor een werkplekbeveiligingsbedrijf als alle stappen van het werkplekbeveiligingsproces (voorbereiding tot en met evaluatie) succesvol zijn doorlopen en voor het stellen van veiligheidspersoneel (“personeel stellen”)  de processtappen (ook van aanvraag tot en met evaluatie) als adequaat zijn beoordeeld door de certificerende instelling.

De audits worden geïntegreerd uitgevoerd en gerapporteerd met ISO 9001.

9.3. Initiële certificering (ISO/IEC 17021-1)

9.3.1.2. Fase 1 (ISO/IEC 17021-1)

De certificerende instelling moet aan de eisen voldoen zoals beschreven in de Regeling nieuwe toetreders personeel stellen en werkplekbeveiliging.

9.3.1.3. Fase 2 (ISO/IEC 17021-1)

De certificerende instelling moet aan de eisen voldoen zoals beschreven in de Regeling nieuwe toetreders personeel stellen en werkplekbeveiliging.

9.6. Onderhouden van certificering (ISO/IEC 17021-1)

9.6.5.3. (ISO/IEC 17021-1)

Tijdens de schorsing van het certificaat personeel stellen of WPB mogen de desbetreffende werkzaamheden van personeel stellen of werkplekbeveiliging niet meer worden uitgevoerd. Dit moet schriftelijk (per e-mail of brief) aan de certificaathouder worden gemeld.

9.6.5.4. (ISO/IEC 17021-1)

Nadat de schorsing is opgeheven moet de certificerende instelling de auditrapportage of andere informatie waaruit blijkt dat de reden van schorsing is opgelost, aan railAlert versturen.

9.7. Beroep (ISO/IEC 17021-1)

9.7.8 (ISO/IEC 17021-1)

Als de beroepsprocedure van de certificerende instelling is doorlopen en de klager het niet eens is met het besluit van de certificerende instelling, dan kan de klager zich wenden tot railAlert. Deze mogelijkheid moet bij de besluitvorming van de certificerende instelling worden vermeld.

10. Managementsysteemeisen aan certificerende instellingen (ISO/IEC 17021-1)

Geen aanvullende eisen.

Colofon

Eigenaar              Stichting railAlert

Soesterweg 244
3812 BH Amersfoort
www.railalert.nl

Telefoon             085 0023510

E-mail                info@railalert.nl

Uitgave             Stichting railAlert, Werkkamer  Systeemcertificering

               

Status              Definitief, versie 2.0


afbeelding.png